Na een inbraak in een winkel, waarbij voor een aanzienlijk geldbedrag aan goederen is gestolen, wordt door de schade expert gevraagd naar de beelden van het camerasysteem.
De eigenaar geeft aan dat er geen beelden zijn, omdat het systeem al geruime tijd stuk was. De expert vraagt de eigenaar desondanks om het systeem los te koppelen, zodat hij het mee kan nemen om te laten onderzoeken. De eigenaar blijft enige tijd weg, maar komt vervolgens terug met de recorder.
De expert brengt de recorder naar de installateur die de recorder onderzoekt. De installateur geeft aan dat er niets mis lijkt te zijn met de recorder, maar dat recorder geen beelden lijkt te bevatten.
Hierop stuurt de expert de recorder naar Digitale Opsporing, waar deze wordt onderzocht. Er wordt een forensische kopie van de harde schijf uit de recorder gemaakt en al snel wordt het logboek hersteld. Hieruit blijkt dat de laatste actie op het systeem, het wissen van alle opnames was. Dit wordt teruggekoppeld aan de opdrachtgever. Deze vermoedt dat de beelden door de eigenaar zijn gewist.
Door het inlezen van de gehele harde schijf met eigen ontwikkelde software, worden alle verwijderde beelden bij Digitale Opsporing hersteld. Gedurende het onderzoek wordt duidelijk dat de tijd binnen de recorder een afwijking heeft van 19 minuten. Op de beelden is zichtbaar hoe het personeel om 17:20 de winkel verlaat en de eigenaar het pand afsluit. Vervolgens komt de eigenaar via de achteringang weer binnen en laadt spullen in een busje. Omstreeks 18:00 is de wagen vol en wordt het alarmsysteem ingeschakeld. Op latere beelden is te zien dat rond 4 uur ’s nachts een persoon met capuchon de voordeur forceert en hiermee het alarm in werking zet. Deze persoon vertrekt vervolgens zonder de winkel te betreden.
De opdrachtgever wordt uitgenodigd om de beelden te komen bekijken. Er wordt een rapportage opgemaakt, alle beelden worden op een externe harde schijf opgeslagen en overgedragen aan de opdrachtgever.